De opdracht voor de leerlingen was:
1. Kies 5 woorden uit op het blad van ‘’zoek iemand die…’’.
2. Met deze 5 woorden maak je een verhaal.
3. In dat verhaal moet 1 onderwerp centraal staan.

Nadat de leerlingen in tweetallen enthousiast en gemotiveerd aan het werk waren geweest, zijn er twee verhalen naar voren gekomen. Deze twee bevatten een lopende lijn gedurende het verhaal en voldeden aan de eisen van de opdracht.

Het eerste verhaal is van Rasmus en Tessa.
De woorden die zij gebruikt hebben zijn: dubbele, betalen, zwemmen, muziek en  koffer.
Het onderwerp van hun verhaal: reizen.

Wij gaan op vakantie. Normaal nemen wij twee koffers mee maar nu het dubbele: vier. Wij gaan met de boot naar Engeland. En als we daar aankomen moeten wij betalen en dan lekker zwemmen met muziek. En dan lekker dansen op de muziek. Dit was ons verhaal.

Het tweede verhaal is van Senna en Naomi
De woorden die zij gebruikt hebben zijn: muggen, wakker, betalen, regenen en modder.
Het onderwerp van hun verhaal: de muggen.

Hansje: Snel! We moeten nog bloed halen voor de winkel!
Pansje: Maar ik heb geen zin!
Hansje: Maar we zijn muggen! En straks worden de mensen kinderen wakker!
Pansje: Hoeveel moeten de muggen betalen?
Hansje: 10 euro! Het gaat regenen!
Pansje: Snel straks laten we het bloed in de modder vallen!

Met vriendelijke groet,

Marissa Pereira (stagiaire groep 5C).